(Kunst)bot bij het plaatsen van uw implantaat

Soms is er (kunst)bot nodig bij het plaatsen van uw implantaat. Zodra tanden en kiezen worden getrokken (meestal als gevolg van tandbederf of ontstekingen), neemt het volume van het bot af. Het aanbrengen van extra bot kan in de meeste gevallen met kunstbot of eigen bot. Tijdens het onderzoek en het consult wordt duidelijk wel type botopbouw eventueel nodig is tijdens of voorafgaande aan het plaatsen van implantaten. Hieronder leggen we u uit wat de functie is van bot en kunt u meer lezen over de achtergronden van de verschillende materialen en technieken.

Kunstbot Implantologie Drenth

Afname van volume

Normaal heeft bot een belangrijke steunfunctie rond het gebit. Wanneer tanden en kiezen worden getrokken heeft het bot heeft plots geen functie meer. Dat leidt tot het slinken ofwel resorberen van het kaakbot. 

Bot is nodig in zowel breedte als hoogte om er een implantaat in te kunnen plaatsen. Vergelijk het met een slaan van een paal in een dijk. Dit moet in stevige grond en de zijwanden moeten breed genoeg zijn om te voorkomen dat de paal ‘eruit loopt’.  Als deze hoeveelheid bot niet meer aanwezig is, moet het worden aangebracht.

Vaak is de basis nog stevig genoeg om het implantaat er primair goed in vast te kunnen zetten en wordt dit direct aangevuld met kunstbot. Soms is de kaak ongeschikt voor een implantaat en moet dit eerst worden voorbereid. Een dergelijk traject duurt gauw en half jaar langer. 

Voor het aanbrengen van extra bot zijn er verschillende mogelijkheden:

  1. Kunstbot Bio-oss en Bio-gide  (runderbot, varkenscollageen-membraan)
  2. Kunstbot MinerOss A (humaan, bot van menselijke origine)
  3. Eigen bot (autoloog bot, bot van u zelf)

Kunstbot

Kunstbot wordt gebruikt bij het aanbrengen van relatief kleine defecten en veelal gelijktijdig met het plaatsen van het implantaat. In zo’n 70% van de voorkomende gevallen doen we een (kleine) aanvulling met kunstbot met membraan. Ook kan een sinusbodemelevatie (zie onder) worden uitgevoerd met kunstbot als het een relatief kleine verhoging betreft voor bijvoorbeeld 1 of 2 kiezen in de bovenkaak. Het grootste voordeel van kunstbot is dat er geen extra operatiegebied is om het bot te ‘oogsten’. Het geeft dus vanzelfsprekend minder nabezwaren. Kunstbot wordt al tientallen jaren gebruikt en is volstrekt veilig.

Eigen bot

Autoloog bot is eigen bot wat uit een andere plek in de mond wordt geoogst (donorplek), bijvoorbeeld uit de verstandskiesregio van de onderkaak. Onder plaatselijke verdoving wordt een klein sneetje gemaakt in het slijmvlies van de wangplooi net naast de laatste kies. Met een klein boortje worden groeven gemaakt en vervolgens worden een of meer botblokjes van hard bot aan de zijkant van de kaak losgetikt.

Deze behandeling is vergelijkbaar met de verwijdering van verstandskiezen. Het bot wordt als blokje geplaatst of vermalen en vermengd met wat kunstbot op het te behandelen gebied aangebracht. Zo’n botopbouw moet eerst 4 tot 6 maanden herstellen en genezen voordat er een implantaat in geplaatst kan worden.

Botopbouwen met eigen bot worden uitgevoerd wanneer het niet met alleen kunstbot kan en betreft vaak de grotere defecten. Vaak wordt ook bot opgevangen van het boren, wat gemengd met kunstbot, aangebracht wordt om de kaak te verbreden.

 

Alles over kunstbot (bio oss en bio gide membranen) en de overige dierlijke materialen die we gebruiken vindt u via deze site: www.kunstbot.nl.

Hier vindt u ook de link naar de informatiefolders.

Alles over kunstbot van menselijke origine MinerOss A vindt u hier (in het Engels).

Bottransplantaat in de bovenkaak (sinusbodemelevatie)

Wanneer tanden en kiezen om welke reden dan ook verloren gaan, verliest de kaakwal zijn functie en gaat dus slinken. Niet alleen in de breedte maar ook in de hoogte gaat kaakbot verloren. Daarnaast wordt met het ouder worden de neusbijholte (*ook wel sinus maxillaris) groter en zakt uit in de bovenkaak. Het komt niet zelden voor dat er onvoldoende bot is om implantaten te plaatsen. Dit probleem kan worden opgelost door de bodem van de neusbijholte naar boven te verleggen en de kaakwal te verbreden. Hierbij kan eigen bot, kunstbot of een mengsel van eigen bot en kunstbot worden gebruikt.

Het succespercentage van implantaten in de bovenkaak is afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van het kaakbot waarin zij worden geplaatst. Om implantaten stevig in het bot te laten vastgroeien, is het belangrijk dat er voldoende lengte kan worden bereikt en dat de implantaten bij plaatsing geheel door bot zijn omgeven.

Bij de procedure die sinuslift / neusbijholtelift / sinusbodemelevatie wordt genoemd, wordt de bodem van de bijholte verhoogd ten behoeve van het aanbrengen van bot om een kaakverhoging te maken

Eerst wordt een toegangsopening gemaakt (een soort luikje) in het gebied boven de ontbrekende kies. Met de gecreëerde toegangsopening wordt het sinus membraan (de stevige bekleding) voorzichtig omhoog gebracht, terwijl het botmateriaal eronder wordt ingepakt. De neusbijholte is normaal gesproken gevuld met lucht en deze grote luchtkamer wordt iets verkleind, zo’n 10%, zonder negatieve effecten. 

In de afbeelding hieronder is schematisch weergegeven hoe het in z’n werk gaat. Als er ca 6 tot 7 mm bothoogte beschikbaar is, dan kan de implantaatplaatsing en de sinuslift in 1 ingreep worden uitgevoerd. Eerst wordt de sinuslift gedaan, het membraan omhoog gehouden terwijl het implantaat wordt geplaatst. Het implantaat houdt het membraan als een tentstok omhoog en de ruimte eromheen vullen we aan met een mengsel van bot en kunstbot. 

Ook komt het voor dat er zeer veel bot nodig is. Meestal betreft dit een tandenloze bovenkaak die sterk geslonken is, waar een normale gebitsprothese niet meer blijft zitten. De neusbijholte zit bij een sterk geslonken kaak vrij dicht onder de botrand waardoor er geen hoogte beschikbaar is om implantaten te plaatsen. Eerst wordt dan een sinusbodemelevatie gedaan met bot wat geoogst wordt uit de bekkenkam, of alternatief: de knie of het schedeldak. Deze operaties worden uitgevoerd door een kaakchirurg in een ziekenhuis.

Onder narcose wordt er een snee gemaakt van ongeveer 4-5 cm lengte ter hoogte van het uitstekende botdeel van de bekkenkam. De bovenrand van de bekkenkam wordt benaderd en een blokvormig bottransplantaat wordt verwijderd van de binnenzijde van de bekkenrand. Aanvullend wordt nog een hoeveelheid beenmerg meegenomen. Op deze plaats is voldoende bot voorhanden om de behandeling uit te voeren. De wond wordt vervolgens met oplosbaar hechtmateriaal onderhuids gehecht. Daarna worden pleisters aangebracht met een drukverband. Het bot wordt uit de bekkenkam gehaald. Men spreekt ook wel van heupbot, maar bij deze behandeling is er geen relatie met het heupgewricht.